In conflicten gaat het zelden alleen over de feiten. Achter woorden en daden schuilt vaak een wereld van emoties die het echte gesprek verdienen. Het is daarom essentieel om niet alleen te kijken naar wat er gebeurt, maar ook naar hoe iemand het beleeft. Emotioneel communiceren – praten over wat er gevoeld wordt – helpt om die diepere laag te bereiken.
Neem bijvoorbeeld een jongere die boos is omdat hij het gevoel heeft dat opvoeders niet naar hem luisteren. Wat hij voelt, is frustratie en misschien ook verdriet of machteloosheid. Maar in plaats van die emoties te benoemen, beschuldigt hij de opvoeders ervan alleen met zichzelf bezig te zijn, of weigert hij huistaken te maken. Dit gedrag veroorzaakt vaak een botsing, waarbij de discussie zich toespitst op de feiten: de huistaken of de woorden die hij gebruikte. Maar waarover gaat het conflict echt?
Als opvoeder is het de kunst om voorbij die oppervlakte te kijken. Stel vragen die uitnodigen om over emoties te spreken, zoals: “Wat maakt dat je je zo voelt?” of “Wat had je nodig op dat moment?” Dit opent de deur naar het echte gesprek. Wanneer de jongere bijvoorbeeld kan zeggen: “Ik voel me niet gehoord,” wordt het duidelijk dat het niet om de huistaken gaat, maar om een dieperliggende behoefte aan erkenning.
Door ruimte te maken voor emoties, bouw je bruggen in plaats van muren. Het vraagt geduld en de bereidheid om ook je eigen emoties onder ogen te zien. Conflicten worden vaak geladen omdat ze bij alle betrokkenen iets raken. Door dat te erkennen en bespreekbaar te maken, geef je niet alleen inzicht in de situatie, maar ook in elkaar.
Emotioneel communiceren helpt om conflicten niet alleen op te lossen, maar ook te begrijpen. Het gaat niet om winnen of verliezen, maar om verbinding en groei.