Cliënten willen hun problemen oplossen. Daarom gaan ze ook hulp zoeken. Soms is de last van die problemen ondragelijk geworden, waardoor het zeer begrijpelijk is dat cliënten een ‘probleemvrije periode’ wensen voor zichzelf. Ik wens het hen ook toe, echt waar, maar problemen maken deel uit van het leven. Filosofen zeggen terecht dat het leven bestaat uit genieten én lijden.

Kan je dat probleem niet chirurgisch verwijderen? We zouden wel willen, maar dat kan niet in de psychotherapie. Ik gebruik een metafoor om dat duidelijk te maken. Wat er echt oplost is een klontje suiker in de thee. We gooien dat klontje in de thee, roeren en het klontje is weg. Je ziet het niet meer. Maar je moet die thee eens drinken. De suiker zal je proeven. In deze metafoor staat het klontje voor de problemen. Problemen – als ze al kunnen verdwijnen (oplossen) – blijven als ervaring wel aanwezig. Anders gezegd: een probleem dat er geweest is zal je altijd blijven ‘proeven’.

We kunnen dus beter spreken over het verbeteren van de situatie of het beter leren omgaan met de problemen die er zijn of geweest zijn.